Financiële begroting

Totaaloverzicht van baten en lasten van alle taakvelden

Toelichting op de meerjarenraming 2023-2026

De mutaties in de meerjarenraming hebben betrekking op:

  • Bij de vastgelegde uitgangspunten is rekening gehouden met een generieke salariskostenstijging van 2,5%. Zoals in het raadsvoorstel uitgelegd hebben we voor de meerjarenraming toegepast de cijfers uit de meicirculaire voor het onderdeel salarissen het prijsindex cijfer CPB/CEP onderdeel prijsoverheidsconsumptie, beloning werknemers en deze cijfers zijn respectievelijk 3,9% voor 2024, 3,8% voor 2025 en voor 2026 en 2027 3,6%.
  • Bij de vastgestelde uitgangspunten is rekening gehouden met een stijging van de budgetten voor de meerjarenraming met 2,5% vanwege de te verwachten prijsstijging (inflatie). Het percentage komt nagenoeg overeen met het percentage waarmee in de algemene uitkering rekening is gehouden. In de meerjarenraming zijn toegepast de cijfers uit de meicirculaire.
  • Een stijging van de inkomsten van derden met 2,5% vanwege de te verwachten inflatie.

Ook hier zijn voor de meerjarenraming gebruikt de cijfers uit de meicirculaire.

  • De vrijval van de kapitaallasten: de vrijval van de kapitaallasten voor de taakvelden 4_2 Onderwijshuisvesting, 7_2 Riolering en 7_1 Afval worden gecorrigeerd. Het voordeel van de lagere kapitaallasten wordt verrekend met de opbrengsten uit de daarvoor bestemde voorziening dan wel reserve.
  • Bij het taakveld 1.1. Crisisbeheersing en brandweer is de bijdrage aan de Veiligheidsregio Midden en West Brabant geraamd op basis van de meerjarenraming van de Veiligheidsregio;
  • In de meerjarenraming is rekening gehouden met de kapitaallasten voor het infraplan wegen.
  • Er is ook rekening gehouden met de verdere verhoging van de storting in de reserve huisvesting onderwijs van € 400.000 naar € 800.000 op basis van de te verwachten kapitaallasten van de (ver) nieuwbouw van het Mill Hill College.
  • Van de algemene uitkering zijn de uitkomsten van de Meicirculaire 2022 verwerkt.

In de meerjarenraming is rekening gehouden met de  financiële effecten vanwege de herverdeling van het gemeentefonds. Voor 2023 is rekening gehouden met een nadeel van
€ 180.000 (€ 7,50 per inwoner  nadeel) dat oploopt met € 15,00 naar € 22,50 en naar € 37,50  in 2025. Vanaf 2026 wordt ervan uitgegaan dat die € 37,50 het maximaal nadeel blijft totdat nadere besluitvorming hierover plaats vindt.

  • De extra uitkering in het kader van de jeugdzorg tot en 2026 is structureel meegenomen in de meerjarenraming  op basis van de uitkomsten van het Ministerie en overeenkomstig de brief van de toezichthouder wat structureel in de meerjarenraming verwerkt mag worden. Dit betekent  voor 2024 een bedrag van € 985.000, 2025 een bedrag van € 910.000  en in 2025 en 2026 een bedrag van € 625.000.
  • Er is rekening gehouden met extra lasten voor het bestuur, omdat Goirle in 2022 dan wel in 2023 de grens van 24.000 inwoners zal overschrijden.
  • Vanaf 2024 is rekening gehouden met het vervallen van de compensatie van € 100.000, de SPUK-regeling, vanwege het btw besluit sportaccommodaties.
Deze pagina is gebouwd op 09/17/2022 11:10:41 met de export van 09/17/2022 10:54:10